Juni 2010.
De kerkenraad heeft haar “voornemen tot besluit” aangaande de kerkgebouwen voorgelegd aan de gemeente. Dit voornemen is om de Taborkerk aan te houden als “huis van de gemeenschap” en voor de Lutherse kerk een andere bestemming te zoeken. Op maandag 7 juni werden de van oorsprong lutherse gemeenteleden ‘gehoord’ en op dinsdag 8 juni werden de overige gemeenteleden gehoord.
Een betrokken gemeentelid sprak op dinsdag 8 juni onderstaande woorden:
Zeker, gisteren ( 7 juni 2010) heb ik ondanks alles voor het voorstel van de kerkenraad gestemd. Zeker zult u zeggen? Jawel, omdat ik denk dat onze vertegenwoordigers een moeilijk, weloverwogen en integer besluit hebben genomen.
Zeker, ik heb lang gedroomd over het aanhouden van de Lutherse kerk met daarachter een prachtig nieuw clubhuis met een souterrain en een paar verdiepingen erop. Alle onkruid weg, een binnendoorgang naar de kerk en in overleg met de gemeente een goede parkeergelegenheid. Er zijn niet zoveel kerkelijke gemeenten in Nederland die zo’n prachtig, gerestaureerd gebouw bezitten. Bovendien zijn er maar weinig oude gebouwen in Purmerend te bewonderen. Alleen daarom al leek het een logische keuze. Helaas een Rijksmonument is prachtig maar deze status belemmert ook gigantisch.
Zeker, de banken moeten eruit om voldoende ruimte te creëren maar dat blijkt een utopie. Alleen daarom al restte de kerkenraad niets anders dan het voorgenomen besluit wat er nu ligt, hoe pijnlijk dat ook voor een aantal mensen is. Niet alleen voor lutheranen maar voor veel meer mensen uit onze gemeente.
Zeker, ik heb mij vanaf het begin van de oecumene een lid van die club gevoeld. Als zodanig ben ik ook altijd een warm voorstandster geweest van samengaan in de meest brede vorm.
Zeker, daarom ben ik bedroefd dat er een breuklijn zichtbaar wordt in de samenwerking met de rooms-katholieke tak van de christelijke boom.
Zeker, daarom heb ik ook nooit wat begrepen van het ‘wij’ en ‘zij’ gevoel dat speelde en nog altijd speelt in onze gemeenschap wanneer lutheranen ter sprake komen. Soms voelt het alsof je een rare ziekte onder de leden hebt terwijl je je daar zelf niet van bewust bent. Een soort kille herfstwind die maar geen warme zomerwind wil worden.
Gelukkig voel ik dat bij heel veel mensen niet. Velen kennen mijn man en ik juist heel goed, er zijn vriendschapsbanden ontstaan, we zitten al jaren in de gespreksgroep die nog altijd ‘Overwhere’ heet. Daar zijn we bij gevraagd omdat ik Luthers was en mijn man niks, dat gaf eens een ander geluid binnen dat ook nu nog steeds hechte clubje, dat wij geen van allen willen missen.
Zeker hoop ik nu dat, wanneer het voorgenomen besluit definitief wordt er dan niet een geest voelbaar wordt die iets laat waaien van ‘wij hebben gewonnen en zij hebben verloren’ . Nee ik hoop en verwacht dat dat nu eindelijk verleden tijd zal zijn.
Zeker, ik hoop dat die mensen die nu in een rouwproces worden ondergedompeld of dat al zijn, worden gedragen en gesteund door de voltallige gemeente in een gezamenlijke verbondenheid. Want niet alleen aan en in de Taborkerk leven en kleven emoties. In en aan de Lutherse Kerk leven en kleven er ook vele, al eeuwen lang.
Zeker, ik hoop op en verlang naar een ‘ons’ gevoel in de toekomst omdat ik geen lutheraan ben maar een oecumenische PKN-ster met een lutherse achtergrond. Wij allemaal, zoals we hier zitten zijn PKN-ers samengebracht door één ding: het geloof in die ene bijzondere mens Jezus, die ons voorging en die niet in hokjes maar in kansen dacht en denkt.
Wat ik aan de kerkenraad mee wil geven zijn een paar dingen: oprecht hoop en verwacht ik dat zij haar uiterste best zal doen om ervoor te zorgen dat de Lutherse kerk een vierplek en een herberg kan blijven en/of in combinatie met een culturele functie zodat het een levend monument zal zijn. Daarnaast hoop ik dat het mogelijk is dat er een paar Lutherse zaken naar de Taborkerk kunnen verhuizen, denk bijvoorbeeld aan het avondmaalsservies, dit om de verbinding en de integratie te bevorderen. Verder hoop ik dat het mogelijk zal zijn de Taborkerk wat warmer aan te kleden. Ik denk dan aan het gebruik van wat meer textiel, een andere opstelling van het stoelenplan, een…. vul maar in. Nu het beroepingswerk voor mij is afgesloten heb ik toch niets te doen dus bied ik aan om zitting te nemen in een werkgroep die daarover gaat nadenken en een advies zal uitbrengen aan de kerkenraad.
Tot slot wil ik graag het volgende voor u lezen, het is gemaakt door mijn man:
Wij willen geloven
Wij geloven dat we dit samen willen
Wij hebben daar een gezamenlijke plek voor nodig.
Geloven is emotie
Geloven is persoonlijk
Geloven doet ieder op zijn of haar eigen manier
Het is niet mogelijk om emoties te wegen
Het is niet mogelijk om geloof te wegen
Het is wel van belang elkaars emotie en geloof te respecteren.
Samengaan is noodzaak
Samengaan kan een verrijking zijn
Samengaan is ook inleveren en inschikken.
Wanneer het om gebouwen gaat moeten alle emoties bij besluitvorming worden losgelaten
Zij zijn niet meetbaar en niet te wegen
We moeten deze wel van elkaar respecteren en proberen te begrijpen.
De beslissing zou alleen op rationele gronden genomen moeten worden.
Is dit gebeurd?
Is dit zuiver gebeurd?
Is dit rationeel voor ieder aanvaardbaar?
Zo ja, dan kunnen we dit afsluiten.
Blijft de emotie.
Er zijn geen winnaars of verliezers.
Wel kan gezegd worden dat zij die genegen zijn het belang van de groep boven het eigen belang te stellen
en zij die proberen niet al te zeer te hechten aan materiële aardse zaken
een poging doen om de lessen van onze Grote Voorganger in praktijk te brengen.
Begrip en steun van de mensen die emotioneel door deze beslissing gespaard blijven zou vanzelfsprekend moeten zijn.
---------------------------------------------------------------------------------------
Na deze woorden was het even stil…….en toen klonk een instemmend applaus!